NVR netwerk configuratie

Om met een NVR verbinding te kunnen maken op locatie is een IP adres en een poortnummer nodig. Deze gegevens kunnen in het tab blad ‘NVR netwerk configuratie’ worden ingevoerd. 

De volgende gegevens zijn daarbij van belang :


IP adres 1 NVR        

Door middel van het ingevoerde IP adres kan vanuit de hoofdlocatie verbinding worden gemaakt met de NVR.


IP adres 2 NVR        

Door middel van het ingevoerde IP adres kan vanuit de uitwijklocatie verbinding worden gemaakt met de NVR.


Live poort                

De live poort is het poortnummer welke moet worden gebruikt om verbinding te maken met de NVR om live beelden te tonen.


Playback poort        

De playback poort is het poortnummer welke moet worden gebruikt om verbinding te maken met de NVR om opgenomen beelden te tonen.


Gebruikersnaam        

Dit is de gebruikersnaam welke moet worden gebruikt om verbinding te maken met de NVR.


Wachtwoord                

Dit is het wachtwoord in combinatie met de gebruikersnaam om verbinding te maken met de NVR. 

NVR camera’s


Het tab ‘NVR camera’s’ toont een overzicht met de beschikbare ‘live’ en ‘playback’ camera streams. Deze kunnen niet worden aangepast en worden ingeladen vanaf de NVR door middel van de knop ‘Synchroniseer’

       

Mochten er afwijkingen zijn opgetreden in de definities, dan zullen deze verschillen kenbaar worden gemaakt, waarna de gebruiker kan besluiten om deze aanpassingen over te nemen. Het overnemen van de aanpassingen is altijd in zijn geheel en kan niet gedeeltelijk worden toegepast.

Nadat de camera definities zijn opgehaald, kunnen deze vervolgens worden gebruikt bij de video profielen.

Video profielen


Het tabblad ‘Video profielen’ wordt gebruikt om definities te maken waarbij kan worden opgegeven welke beeldinformatie moet worden getoond voor een bepaald profiel. Een dergelijk profiel kan vervolgens gekoppeld worden aan een zone definitie zodat de centralist bij het in behandeling nemen van het betreffende alarm de daarbij behorende beeldinformatie krijgt. De beeld informatie kan bestaan uit een ‘playback’ zijnde een opname of een live beeld. Het is niet mogelijk om deze gelijktijdig te combineren.


Binnen een profiel kunnen de volgende definities worden gemaakt :


Naam:        

Bij naam kan een naam worden opgegeven waarmee het profiel wordt geïdentificeerd binnen SECONTS. Deze naam is vervolgens beschikbaar voor de definitie bij de zone tabel.


Profieltype:        

Er zijn twee mogelijkheden voor een profiel. Deze wordt gevormd met ‘live’ beeldinformatie of met ‘playback’ informatie. Dit geld voor alle camera’s die worden opgenomen 

in het geselecteerde profiel.


Camera 1:                        

Selectie welk camera beeld als camera 1 moet worden getoond.


Camera 2:                         

Selectie welk camera beeld als camera 2 moet worden getoond.


Camera 3:                         

Selectie welk camera beeld als camera 3 moet worden getoond.


Camera 4                        

Selectie welk camera beeld als camera 4 moet worden getoond.


Pre-event offset (sec):        

Indien gebruik wordt gemaakt van het profieltype ‘playback’, dan kan middels een waarde in seconden worden opgegeven hoeveel seconden voor de alarm melding  de beeld informatie moet worden opgehaald. Dit is de start van de opname.


Post-event offset (sec)        

Indien gebruik wordt gemaakt van het profieltype ‘playback’, dan kan middels een waarde in seconden worden opgegeven hoeveel seconden na de alarm melding  de beeld informatie moet worden opgehaald. Dit is het einde van de opname.


Opnemen (j/n):                

Wanneer deze optie is aangevinkt, zal het getoonde beeld worden opgenomen. Deze opnames worden vervolgens weergegeven in de historie van de klantkaart. De centralist kan op een later moment terugkijken naar de beelden zoals deze ten tijde van het in behandeling nemen van de melding getoond werden.


Nadat de profielen zijn ingesteld, kan de centralist bij de zone definities in het tab status de profielen koppelen aan een alarm melding. Er kan per alarm melding maximaal 1 profiel worden gekoppeld. Wel kunnen voor verschillende alarm meldingen ook verschillende alarm profielen gekoppeld worden.


Bij het in behandeling nemen van een alarm melding zal de Video Client automatisch met het opgegeven profiel worden gestart.